Delen:

Zoutmijn in Wieliczka bij Krakau

Veel reizigers die een aantal dagen in Krakau verblijven maken een dagexcursie naar de zoutmijn in Wieliczka. Om je te kunnen vergapen aan de vele ondergrondse hoogtepunten, zoals de Kingakapel of een van de zoutmeren, daal je af naar een wereld die door de eeuwen heen vakkundig is verfraaid.

Op zo’n tien km afstand van Krakau ligt de zoutmijn van Wieliczka. Een excursie erheen is een van de meest gangbare uitjes vanuit Krakau, naast een bezoek aan concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. En met reden: Wieliczka, in 1978 door de UNESCO aangemerkt als werelderfgoed, is in Europa zonder weerga.

Ondergronds betreed je een andere wereld, die door de eeuwen heen liefdevol is uitgehouwen. Het is een levend kunstwerk: nog altijd zijn er dagelijks honderden mijnwerkers bezig om, naast de mijn tegen verval en instorting te beschermen, sculpturen en verfraaiingen toe te voegen.

Klik of zoom in op het kaartje voor een grote versie

Eind achttiende eeuw, begin negentiende eeuw verwelkomde de zoutmijn de eerste toeristen op de Tourist Route (die nog altijd gelopen kan worden, zij het in uitgebreide vorm).

Toerisme was in die tijd nog geen gemeengoed: onder de “toeristen” bevonden zich edellieden, staatslui en wetenschappers.

Een bezoek aan Wieliczka was slow travel – heel anders dan nu. Zo daalden de gasten in het schijnsel van kaarsen de trappen af, begeleid door een orkest samengesteld uit mijnwerkers.

Legende van prinses Kinga

Op zo’n door mysterie omgeven plek kan het haast niet anders of er doen tal van legenden de ronde. (Ken je overigens de legende van de trompettist in de Mariakerk al?)

De bekendste is die van de Hongaarse prinses Kinga, naamgever van de schitterende Kingakapel. Zij werd in 1239 op vijfjarige leeftijd beloofd aan Bolesław V de Kuise, hertog van Krakau en Sandomierz. Hun huwelijk vond zeven jaar later plaats.

Als onderdeel van haar bruidsschat vroeg ze haar vader, koning Bela IV van Hongarije en Kroatië, niet om goud of een stoet bedienden, maar om zout dat ze haar nieuwe vaderland wilde schenken. De vorst gaf haar daarop de zoutmijn Maramureș in Transsylvanië, destijds onderdeel van Hongarije. Voor vertrek wierp Kinga haar verlovingsring in de diepte van een schacht.

In haar kielzog nam ze naar Polen doorgewinterde Hongaarse mijnwerkers mee die de opdracht kregen in de buurt van Krakau zout te vinden. Dat vonden ze bij Wieliczka: de eerste brok die ze opgroeven brak open, en daarin stuitten ze op de ring die Kinga in de Hongaarse mijn had gegooid.

Nog altijd is Kinga, die door paus Johannes Paulus II (opgegroeid in Wadowice, niet ver van Krakau) in 1999 heilig werd verklaard, beschermheilige van Poolse mijnwerkers.

Overigens heeft de nabijgelegen zoutmijn van Bochnia eveneens een legende met Kinga in de hoofdrol.

Het zilte goud

De rijkdom van Krakau is mede te danken aan de zoutwinning in Wieliczka, en, in mindere mate, in Bochnia, een kleinere maar eveneens bijzondere zoutmijn. Bochnia is in 2013 toegevoegd aan de UNESCO-inschrijving van Wieliczka.

In de Lakenhal, het reusachtige renaissancewonder midden op de Rynek (Grote Markt) werd, naast specerijen en zijde, ook zout uit de zoutmijn aan de man gebracht.

Al in het neolithicum (nieuwe steentijd) kookte men in de omgeving van Krakau opborrelend zoutwater in. Door toenemende vraag werd dit steeds moeilijker en rond 1300 groef men in Wieliczka de eerste schachten om dichter bij de zoutwaterbronnen te komen.

Zo stuitten middeleeuwse mijnwerkers op steenzout dat vanaf toen tot 1996 vrijwel onafgebroken gedolven werd. Na 700 jaar is de winning stopgezet, maar nog steeds is de zoutproductie behoorlijk doordat het water uit de mijn moet worden weggepompt.

Geologisch ziet de doorsnede van de grond bij Wieliczka eruit als een cake met rozijnen. Die rozijnen zijn eigenlijk zoutbrokken die van binnenuit uitgehold werden om het zout te verhandelen.

Zo ontstond een labyrint van slingerende, kilometerslange gangen en ruimten waarin in de loop van de tijd beelden, de meeste van zout, werden geplaatst. Hoewel er bijna 2500 vertrekken en kamers zijn, is elke ruimte uniek van vorm en karakter.

We lichten er een aantal uit.

Kingakapel

Indrukwekkend is de Kingakapel, een heuse ondergrondse kerk met een plafond van 12 meter hoog. In de kapel is alles van zout: altaar, reliëfs, kroonluchters en vloer van zout. De akoestiek in de kapel is fenomenaal. Dat komt van pas bij de concerten en huwelijken die er plaatsvinden, evenals bij de zondagse kerkdienst.

Een standbeeld van paus Johannes Paulus II mag hier niet ontbreken. Het was immers de Poolse paus die Kinga heilig verklaarde, nadat ze eeuwen daarvoor door een andere paus al zalig was verklaard.

Omdat metaal voor gebruik niet geschikt was in het ondergrondse, zoute klimaat, werden de gangen in de zoutmijn gestut door houten balken.

In de hoge Michałowicezaal, de ruimte is 35 meter hoog, kun je goed zien hoe boomstammen voor ondersteuning zorgen.

Begin negentiende eeuw maakte de groenige ruimte, de holte ontstond door het uithollen van een enorm blok groen zout, al deel uit van de oorspronkelijke Tourist Route.

Erazm Barącz-kamer

In de zoutmijn zijn meerdere ondergrondse meren. De meest betoverende vinden we die in de Erazm Baracz-kamer, vlak naast de Kingakapel. Het kunstmatige meer is ontstaan door een deel van de ruimte, na uitgehold te zijn, vol te laten lopen met water. Het reservoir is negen meter diep en heel zilt, per liter water bevat het 320 gram zout – vergelijkbaar met de verhouding water-zout in de Dode Zee. Dat betekent dat je door de hoge dichtheid op het water zou blijven drijven.

Een enorme overgebleven zoutpilaar stut de ruimte. De kamer is fraai verlicht, wat het groengekleurde water en de pilaar mooi doet uitkomen.

Casimirkamer

Koning Kazimierz III Wielki, Casimir III de Grote (hij regeerde lang, van 1333 tot 1370), is onlosmakelijk verbonden met de zoutmijnen in Wieliczka en Bochnia. Hij reguleerde zaken rondom de zoutwinning en liet een ziekenhuis voor de mijnwerkers bouwen.

De opbrengst uit de zoutwinning bood Casimir de kans zijn ambitieuze plannen te realiseren, waaronder het stichten van de steden Kleparz en Kazimierz, nu bekend als de Joodse wijk, beide naast koningsresidentie Krakau. Hij staat ook bekend als de koning die de Poolse steden transformeerde van hout naar steen. Mede mogelijk gemaakt door het witte goud uit Wieliczka.

Aan het begin van de Tourist Route is een kamer gewijd aan de Poolse vorst.

Praktische tips Praktische tips

Wieliczka staat meestal bovenaan het lijstje van bezienswaardigheden in en rondom Krakau.

Een bezoek plannen

Een bezoek is alleen toegestaan met gids en duurt twee tot drie uur. Eigenlijk valt of staat de ervaring met de gids die je hebt. Kundig zijn ze allemaal, maar ontspannen en luchtig een verhaal overbrengen kan niet elke gids. Een goed idee is om een verzorgde reis te boeken, inclusief vervoer heen en terug. Wij raden deze tour aan via onze partner GetYourGuide. Het voordeel daarvan is dat je met iDEAL kunt betalen, makkelijk tot de dag ervoor kunt annuleren en niet meer in de rij hoeft te staan.

Een alternatief is de (intensieve) combinatie van een bezoek aan Wieliczka met een rondleiding door Auschwitz.

In de mijn heb je de keuze uit drie verschillende tours, die elk een andere route afleggen.

Veruit het populairst is de Tourist Route, die langs alle hoogtepunten voert. De overige twee tours, de Miners Route en Pilgrims Route hebben een specifiek thema. Tijdens de eerste breng je een aantal avontuurlijke uren door als mijnwerker, de laatste voert langs alle religieuze plaatsen in de mijn – en dat zijn er nogal wat.

De Tourist Route begint in de Daniłowicz-schacht, de Miners Route in de Regis-schacht.

Zoutmijn Krakau diepte en aantal trappen

Houd ermee rekening dat je bij de Tourist Route in totaal bijna 800 traptreden loopt, waarvan 380 meteen bij de afdaling aan het begin. Terug omhoog is met de kleine, pijlsnelle lift. De tour voert in 3,5 km langs meer dan twintig ruimten, waarbij je afdaalt tot 135 meter diepte.

De bezoeker ziet overigens maar een fractie van alle gangen in de mijn, die een kleine 300 km beslaan. Op het laagste punt heeft Wieliczka een diepte van 327 meter.

Een spontaan bezoek is, zeker in het hoogseizoen, geen goed idee. Het kan druk zijn, met forse wachtrijen. Koop daarom van tevoren online een kaartje op www.wieliczka-saltmine.com. Of boek, zoals eerder gezegd, een verzorgde excursie, bijvoorbeeld deze.

In het ideale geval time je je bezoek. In de vroege morgen of late namiddag is het rustiger. Er vertrekt regelmatig een Engelse toer, dus je wacht nooit lang.

Prijzen en tickets

Toegang is voor Poolse begrippen prijzig. Een regulier entreekaartje kost 93 złoty, zo’n 22 euro. Een verklaring voor de hoge prijs is dat in de schachten en kamers van Wieliczka dagelijks vierhonderd mijnwerkers in de weer zijn: een levend kunstwerk vraagt nu eenmaal om intensief onderhoud.

Kies je voor de Tourist Route, dan is een begeleid bezoek aan het Cracow Saltworks Museum, op het 3e niveau, bij de prijs inbegrepen, hoewel sommige gidsen geneigd zijn om hun groep achter te laten bij het restaurant en de souvenirwinkeltjes.

Wieliczka is minder geschikt voor mensen die claustrofobisch aangelegd zijn. Hoewel de ruimten breed en hoog zijn, zijn de verbindende gangen vrij nauw. Voor mindervaliden en kinderen is er een kortere route.

Voor mensen die niet goed ter been zijn is de tocht lastig, want de wandelgangen zijn niet altijd even vlak en soms met een lichte helling. In de mijn schommelt de temperatuur rond de 16 graden. Kleed je in laagjes en zorg voor goed schoeisel.

Hoe kom je er?

Wieliczka is goed bereikbaar. Vanaf Krakow Główny, Krakau Centraal Station,
neem je de trein richting Wieliczka Rynek Kopalnia, waarna het nog een paar minuten lopen is. Ga je liever met de bus, stap dan bij Dworzec Główny Zachód, vlakbij het Galeria Krakowska-winkelcentrum, op bus 304.

Kom je zelf met de auto, weet dan dat parkeren lastig kan zijn. Mijd de mannetjes-met-vest, ze lijken officiële parkeerbeambten, maar zijn het niet.

Of je boekt een verzorgde trip, inclusief ophalen en weer afzetten in Krakau. Dat scheelt gedoe, en heeft als bijkomend voordeel dat je van een fijne gids verzekerd bent.

Overnachten in de buurt

De kans is groot dat je een hotel hebt in Krakau, en vandaaruit met de bus of trein Wieliczka bezoekt. Maar misschien wil je met eigen vervoer naar de zoutmijn en daar in de buurt een nacht of een paar nachten verblijven. Dan valt er in het stadje genoeg te kiezen. Deze hotels zijn allemaal op loopafstand van de mijn.

Dit zijn onze drie favorieten (via Booking.com):

– Onze budgetkeuze: Hotel Górsko. Bij dit sympathieke hotel met heerlijk ontbijt kun je je auto gratis parkeren.
– Onze midrange keuze: Grand Sal Hotel. Een boetiekhotel in een prachtig pand, gelegen in een rustig park. Ook hier gratis parking.
– Liever een apartmenthotel? KP Claudia is comfortabel en wordt gerund door een heel behulpzame gastheer. Je zet er je auto gratis neer.

(Koninklijke Wieliczka-zoutmijn: Daniłowicza 10, Wieliczka)

Weet waar je eet Weet waar je eet

In en rondom de zoutmijn zijn meerdere locaties waar je een hapje kunt eten. Pal naast de Daniłowicz-schacht vind je Bistro Posolone, waar onder meer salades en pasta geserveerd worden. 125 meter ondergronds zit Karczma Górnicza, aan het einde van de Tourist Route (de andere routes eindigen hier niet). Je eet er hartige Poolse gerechten voor een habbekrats.

Wil je meer keuze, loop dan Wieliczka in.

Het beeldige stadje, rijk geworden door de zoutwinning, is geen verkeerde plek om een poos te verblijven. Met de Sint-Sebastiaankerk (Świętego Sebastiana 23, Wieliczka) krijg je een voorproefje van de vele houten kerken, vaak eeuwenoud, waarmee het bergachtige zuiden van Polen bezaaid is.

Delen: