Mariakerk aan de Rynek (Grote Markt) van Krakau
Blikvanger op de Rynek (Grote Markt) in de Oude Stad van Krakau is de eeuwenoude Mariakerk. Met zijn twee ongelijke torens is hij een opvallende verschijning. Op de meeste toeristische kiekjes van de Rynek of de Lakenhal figureert de kerk – niet in de laatste plaats vanwege de legende van de trompettist die ermee verbonden is.
Al in de twaalfde eeuw bevond er zich op deze plek een romaanse kerk. De kościół Mariacki of Mariakerk is sindsdien vervangen door een gotisch exemplaar, dat in de loop van de veertiende eeuw zijn definitieve vorm kreeg. De Mariakerk was als hoofdkerk van de Krakause burgerij de belangrijkste kerk in de stad, op de Wawelkathedraal na.
Die status geniet hij tot op de dag van vandaag.
Het merendeel van die burgerij was indertijd Duitstalig, omdat tal van immigranten uit het westen zich in de stad vestigden. Zelfs de stadsrechten waren op Duitse leest geschoeid.
In 1537 verplaatste de stadsraad Duitstalige preken uit de Mariakerk naar de aanpalende Barbarakerk. Dit is illustratief voor de groeiende aandacht voor de Poolse taal en voor de verhoudingen tussen Pools- en Duitstaligen in de raad.
Altaarstuk van wereldklasse
Twee zaken in de Mariakerk zijn beeldbepalend en van Duitse oorsprong. Matthias Heringk maakte in 1478 de veelhoekige bekroning van de hoogste toren.
Twintig jaar later begon Veit Stoss, verpoolst tot Wit Stwosz, aan het immense altaarstuk. In 1477 haalde de raad van de stad Stoss uit zijn geboortestad Neurenberg om het nieuwe altaarstuk voor de Mariakerk te maken. Hij zou meer dan tien jaar aan het pronkstuk werken.
Het werd een imposant, 13 meter hoog veelluik met een kast en daarin meer dan levensgrote figuren, gesneden uit een linde. In de drukte van figuren, bogen en kleuren is niet eens zo eenvoudig te zien wat het onderwerp is. Het altaarstuk heeft wel iets weg van een poppenkast.
Neem er voor een bezichtiging alle tijd voor. Direct boven het altaar, de tafel dus, bevindt zich de predella met de boom van Jesse. (Een predella is een soort sokkel voor de rest van het altaarstuk.) Deze voorstelling, afgeleid van een Oudtestamentische passage (Jesaja 11), toont, versimpeld gezegd, de voorvaderen van Jezus.
In de kast erboven valt Jezus’ moeder ter aarde. Het is haar ontslaping, oftewel haar dood. Boven de figuur van de neervallende Maria neemt Jezus haar kleine zieltje mee naar de hemel. In de dakstoel, het opengewerkte topstuk, wordt Maria tot koningin der hemelen gekroond. Al met al een samenhangend verhaal.
In de Tweede Wereldoorlog versleepten de nazi’s het altaarstuk naar Neurenberg. Meteen na de oorlog keerde het terug naar Krakau.
Openingsceremonie
Elke dag om stipt 11.50 uur wordt het altaarstuk van Veit Stoss met ceremonieel geopend. Het gros van de middeleeuwse altaarstukken, voor zover intact, is tegenwoordig permanent open, dus wat in Krakau gebeurt, mag bijzonder heten.
In 2015 begon een grootscheepse restauratie van het kunstwerk, die in januari 2021 is voltooid. Volgens de conservatoren zijn de kleuren weer zoals in de tijd van Veit Stoss.
De trompetblazer van Krakau
Er is een opvallende traditie met de Mariakerk verbonden. Elk uur, dag en nacht, blaast vanaf de hoogste van de twee ongelijke torens een brandweerman of -vrouw in de vier windrichtingen een trompetsignaal, de hejnał (wat je uitspreekt als het Engelse ‘hey now’).
Als je voor die toren staat en naar boven kijkt, zie je vier keer dit tafereel: raampje open, een trompet steekt uit het raampje, trompetgeschal dat abrupt stokt, en raampje weer dicht.
Volgens de overlevering zag een torenwachter ‘s nachts een Mongoolse horde opdoemen voor de poorten van Krakau. In een poging de stad, die in diepe slaap verkeerde, te waarschuwen, blies hij op zijn trompet. Een Mongoolse (in Polen ‘Tataarse’) pijl trof de heraut halverwege het signaal in zijn keel. Vandaar dat de melodie zo plotseling stopt.
De alerte wachter redde Krakau niet: de Mongolen zouden de stad nietsontziend plunderen.
‘s Nachts waakt er nog altijd iemand over de stad. Want ook tijdens de nachtelijke diensten speelt de trompettist op gezette tijden zijn signaal. Wees niet verbaasd als de hejnał dan ietsjes minder zuiver klinkt.
Sinds wanneer de onderbroken melodie vanaf de toren klinkt, weten we niet. Dat ze middeleeuws is, wordt algemeen aangenomen, maar er is geen continuïteit tot onze tijd.
Vanaf 1838 klonk ze in ieder geval opnieuw om het middaguur aan te geven. Dat is later uitgebreid naar elk uur. Sinds het begin van de twintigste eeuw zendt de Poolse publieke omroep de hejnał elke dag, om klokslag 12 uur, live op de radio uit.
Praktische tips
De Mariakerk staat hoog op de meeste to-dolijstjes tijdens een verblijf in Krakau.
En met reden: de voor de wilde hordes waarschuwende trompettist spreekt tot de verbeelding, en het altaarstuk is van absolute wereldklasse. Het loont om even binnen te stappen, al is het maar om aan de drukte van de Oude Stad te ontsnappen.
Entree is 10 złoty, ongeveer 2,25 euro. Kinderen betalen 5 złoty. Één helft van de kerk (waaronder het altaar) is toegankelijk voor toeristen, het andere deel is alleen voor gelovigen die in stilte willen bidden.
De torens beklimmen
Het is mogelijk om overdag de torens te beklimmen. Van april tot december kun je in de hoogste toren omhoog, waar je de trompettist(e) in actie ziet en vanwaar je een briljant uitzicht hebt over het plein en de Oude Stad.
Als je een kaartje koopt, doe dat dan voor een tijdslot rondom het hele uur. Zo kun je de hejnał mariacki van dichtbij meemaken.
Om de dertig minuten mag een beperkt aantal (tien) bezoekers de toren betreden. Wees er ‘s ochtends vroeg bij, want het is een populaire bezienswaardigheid en het is alleen mogelijk om tickets te kopen voor de dag zelf.
Entree is 15 złoty, kinderen 10 złoty. Omwille van de veiligheid worden kinderen jonger dan zeven jaar niet toegelaten.
Voor een bezoek aan de lagere toren, de klokkentoren, kun je wel een ticket reserveren. Dat doe je bij de ticketverkoop of door een mailtje te sturen naar turystyka@mariacki.com.
Een kaartje kost 15 złoty. De klokkentoren is toegankelijk van april tot oktober, maximaal zes personen per ronde. Ook hier geldt: geen toegang voor kinderen jonger dan zeven jaar. (Mariakerk ticketverkoop: Plac Mariacki 7, Krakau)
Weet waar je eet
Check ook de culinaire adresjes die we vermeldden bij de Rynek (Grote Markt) en de Lakenhal, op steenworp afstand van de Mariakerk.
Bianca
Voor een lekkere maaltijd hoef je niet ver te lopen: naast de Mariakerk, aan plac Mariacki, ligt één van de meest geliefde Italiaanse restaurants van Krakau. Bianca is echter meer dan een pizzeria. Van ontbijt tot diner worden er in de open keuken smaakvolle gerechten voorbereid. Onze favoriet is de risotto met groene asperges. Sla zeker het dessert niet over. Met name de tiramisu is hemels.
Je betaalt voor het fraaie uitzicht en daarom liggen de prijzen iets hoger dan elders in Krakau, maar voor Nederlandse begrippen is het alsnog betaalbaar (of beter gezegd: goedkoop).
De bediening is sympathiek en attent. Buiten staan ook tafeltjes. Bianca is een goed adres voor ouders met kinderen. (Restauracja Bianca: plac Mariacki 2, Krakau)
Papryczki 5
In mediterraanse sfeer blijf je bij Papryczki 5 (Pepers 5), op een paar minuten van de Mariakerk. Loop van de Rynek af plac Mariacki uit, de straat loopt over in Mikołajska, het restaurant ligt dan aan je rechterhand.
Papryczki 5 is een heerlijk pretentieloze plek: gewoon lekker eten, flinke porties, en dat alles heel betaalbaar.
Je kunt er terecht van ontbijt tot diner. Probeer als lunch eens een van de heerlijke soepen. Op een hete zomerdag is de zelfgemaakte limonade een goede dorstlesser. In de groene, fleurige binnentuin is het heerlijk zitten. De bediening is behulpzaam en zelfs lief te noemen. Reserveren voor het diner is noodzakelijk. (Papryczki 5: Mikołajska 5, Krakau)