Delen:

Koninklijke Route in de Oude Stad van Gdańsk

Terwijl in Warschau en Krakau een plein, de Rynek (Grote Markt), de kern is van de oude binnenstad, vormt in Gdańsk een straat, ulica Długa (Langstraat) die overgaat in de Długi Targ (Lange Markt), het hart van de Oude Stad.

De straat, die uitkomt op de waterkant, begint en eindigt met een stadspoort. Fraaie koopmanshuizen in pastelkleuren staan aan weerszijden opgesteld. Op de Lange Markt is de sfeer levendig en vrolijk – al helemaal in augustus tijdens de Dominicaanse Jaarmarkt.

En overal waar je je blik naar toe wendt: de Nederlandse invloed is bijna overdonderend.

Samen vormen de straten, met het stukje vanaf de Hoge Poort erbij, de Koninklijke Weg.

En hoewel minder lang dan de Koninklijke Route van Warschau of Krakau, is die van Gdańsk eveneens van majesteitelijke allure. Dat begint al bij de entree: door de Hoge Poort en vervolgens de Gouden Poort, in de zeventiende eeuw ontworpen door Abraham van den Blocke, betreed je de Langstraat.

Hoge Poort en Gouden Poort

De Hoge Poort was de westelijke toegang tot de Oude Stad. Hier reed hoog bezoek de stad binnen, om feestelijk ontvangen te worden. Ooit sloten op de poort stadsmuren aan, waar nu nog fragmenten van resten.

Koninklijke symbolen bespeur je op verschillende plekken langs de route. Zo prijkt op de poorten een adelaar met kroontje, het wapenschild van Polen, en schittert op de torenspits van het Stadhuis, precies tussen de Langstraat en Lange Markt in, een verguld figuurtje van koning Sigismund II August die een windvaan vasthoudt.

De gouden poort

Eenmaal de Gouden Poort door, slenterend door de ulica Długa, zou je haast denken dat je in een Nederlandse stad loopt.

Gdańsk lijkt inderdaad op steden als Amsterdam of Deventer, maar de gevels zijn uitbundiger en de kleuren, veelal pasteltinten, bonter dan we bij ons gewend zijn. De driekwart kilometer lange weg, van Gouden tot Groene poort, is voetgangersgebied, en je brengt er kuierend makkelijk een middag door.

Nederlandse invloeden

De Koninklijke Weg, die de bloeitijd van de Hanze weerspiegelt, was bedoeld om te pronken. Een lading architecten en beeldhouwers (van afkomst) uit de Lage Landen leverde daaraan een bijdrage.

Zo is Gdańsk de stad van de familie Van den Blocke, die goed was voor het ontwerp van een flink deel van zijn monumenten.

Een en al gevel

Zeker langs de Koninklijke Weg staan veel bouwsels van hun hand. Vader Willem verfraaide de Hoge Poort en zoon Abraham tekende de Gouden Poort.

De laatste ontwierp ook de façade van het Artushof, en de Neptunusfontein ervoor. Willem van den Blocke was in 1569 als mennoniet, een doopsgezinde, Antwerpen ontvlucht vanwege de vervolging in de katholieke Zuidelijke Nederlanden, en had een veilige haven gevonden in het tolerante en welvarende Gdańsk.

Drie blikvangers

Bij de meeste panden langs de route loont het vanwege de vrolijke aanblik en sierlijke gevels om even de pas in te houden, maar een drietal mag je niet overslaan.

Met je rug naar de Gouden Poort zie je aan de rechterzijde op nummer 12 Dom Uphagena, het Uphagenhuis, een achttiende-eeuws woonhuis dat bezocht kan worden. Links op nummer 46 bevindt zich het imposante Ratusz, het Stadhuis van de Główne Miasto, Centrale Stad, en vlak ernaast op de nummers 43-44 de Dwór Artusa, het Artushof.

Alle drie de gebouwen maken deel uit van het Historisch Museum van Gdańsk.

Het Uphagenhuis

Het pastelrode koopmanshuis behoorde van 1775 tot 1910, het jaar waarin het pand in een museum veranderde, toe aan de invloedrijke familie Uphagen. Johann Uphagen, handelaar, boek- en kunstverzamelaar, kocht het pand in 1775 aan.

Zijn Vlaamse voorouders waren in de zestiende eeuw uitgeweken naar de kuststad aan de Oostzee. Aan de Langstraat stichtte hij een collectie, verzamelde ruim veertienduizend boeken en liet hij zijn woning smaakvol inrichten.

In 1793 legde de patriciër zijn werk als raadslid neer, wat de bekroning van zijn inzet voor de stad was geweest, als protest tegen de inlijving van Gdańsk bij Pruisen tijdens de Tweede Poolse Deling. Zijn naam prijkt op een tram in de stad.

Het Uphagenhuis is boeiend voor wie een beeld wil krijgen van het dagelijks leven van een welgestelde koopman in de achttiende eeuw. De indeling en inrichting van het pand zijn onaangeroerd gebleven sinds de tijd dat Johann er leefde.

Stadhuis van de Centrale Stad

Halverwege de Koninklijke Weg staat een bakstenen bouwwerk dat de Langstraat en Lange Markt in tweeën snijdt.

Het Ratusz, Stadhuis, is in de stad niet het enige in zijn soort, maar wel het oudste. In de vroege middeleeuwen stond er op deze plek een Kantor, een regionaal hoofdkwartier van de Hanze. Dat maakte plaats voor een raadhuis dat vanwege de groeiende stad steeds van uiterlijk en omvang veranderde.

Het Stadhuis torent boven de straten uit

Het huidige Gdańsk bestond vroeger uit een aantal losse stadjes, zoals wel meer Poolse steden. Krakau bijvoorbeeld, bestond oorspronkelijk uit vier steden: de Oude Stad, Joodse stad Kazimierz, Kleparz en ‘Oostenrijkse’ stad Podgórze; Warschau uit een Oude Stad en Nieuwe Stad en een hele hoop ministadjes.

Het Stadhuis aan de Langstraat was het Stadhuis van de Główne Miasto, de Centrale Stad. Ooit heette dit de Nieuwe Stad, een naam die door de eeuwen heen veranderde in Centrale Stad of Hoofdstad.

Door een gracht gescheiden, grensde de Oude Stad eraan, een stadje met zijn eigen stadhuis.

Een brand legde in 1556 een deel van het Stadhuis in de as. Bij het herstel van het gotische gebouw besloot men om in de stijl van het (Vlaamse) maniërisme, de late renaissance, te bouwen. Niet lang daarna werd het vergulde figuurtje van de Poolse koning op de torenspits geplaatst.

De verschillende benamingen zijn wat verwarrend.

Omdat de meeste reizigers het gebied rondom de Koninklijke Weg zien als ‘de Oude Stad’, de meeste historische gebouwen zijn daar te vinden, gebruiken wij die term ook (hoewel de Oude Stad officieel het stadsdeel Stare Miasto even ten noorden ervan is).

Binnen drukte Isaak van den Blocke, een andere zoon van Willem, zijn stempel op het interieur.

Het topstuk is het door hem geschilderde plafond van de Rode Zaal: 25 olieverfschilderijen illustreren de burgerlijke deugden. In het midden hangt De Apotheose van Danzig, waarop de stad wordt afgebeeld als ideaal – wat het in die tijd eigenlijk ook was.

Inspiratie voor de versiering van de Rode Zaal kwam van het Dogepaleis in Venetië, ook zo’n machtige, zeevarende stad.

De brede Lange Markt

De Vlaamse architect en vestingbouwer Antonius van Obbergen overzag de renovatie van het interieur. Van Obbergen, die in 1586 verhuisd was naar Gdańsk, ontwierp ook samen met Abraham van den Blocke het Stadhuis van de Oude Stad, dat een eindje verderop, richting het noorden, gelegen is.

Je kunt in het Stadhuis de toren beklimmen. Van daaraf springt de grootse Mariakerk, gelegen aan de schattige Mariastraat, het meest in het oog, een van de grootste bakstenen kerken ter wereld.

Meteen na het Stadhuis begint de Lange Markt, hier begint de straat breder te worden.

Het Artushof

Aan dezelfde kant van de straat staat een paar meter verderop een opvallend gebouw met sierlijke, hoge ramen en ranke pilaren. Het Artushof, waarvan Abraham van den Blocke de gevel hielp te verfraaien, brengt de bezoeker het meest in aanraking met de Hanzetijd.

Het schitterende Artushof

Hier kwamen plaatselijke notabelen bijeen voor handel en vertier. De naam ontleent het gebouw aan de legende van koning Arthur. De rijke handelaren koketteerden graag met de riddercultuur, want hoewel de kooplui puissant rijk waren, van adel waren ze (meestal) niet.

Binnen is elke vierkante meter gebruikt en staat het tjokvol met artefacten. Vooral de van het plafond hangende, gedetailleerde modellen van schepen zijn schitterend.

Fontein van Neptunus

Abraham van den Blocke verfraaide niet alleen het Artushof, ook het monument ervoor is van zijn hand.

Pal voor de ingang staat, compleet met drietand, de Romeinse god van de zee. De iconische Fontanna Neptuna, Neptunusfontein, laat de innige band tussen stad en zee zien. Fantasierijke zeewezens kronkelen om zijn voeten, en eentje houdt behendig zijn staart voor Neptunus’ schaamstreek.

Op het smeedijzeren hek rondom de fontein zitten twee vergulde adelaren, symbool van de Poolse kroon, die vanaf 1634, een jaar nadat de fontein werd geplaatst, tot nu bijna onafgebroken het hek sieren. Alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en de jaren vlak ervoor, verdwenen ze uit het straatbeeld, in een poging van de nazi’s om Poolse symbolen te wissen.

De Koninklijke Weg wordt afgesloten door een onderdoorgang: de Groene Poort.

Praktische tips Praktische tips

De meeste reizigers belanden vroeg of laat op de Lange Markt, die met zijn vele highlights het epicentrum van de stad is. Check ook de andere bezienswaardigheden in Gdańsk.

Dominicaanse jaarmarkt

De Jarmark Dominikański, de jaarmarkt die elke zomer de Oude Stad overneemt, maakt van de Langstraat en Lange Markt één langgerekte, carnavaleske feeststraat. Stalletjes schieten tevoorschijn, er is live muziek: het is een vrolijk tafereel.

Augustus is een goed moment voor een bezoek aan de kuststad, die dan bruist van de levendigheid. Zoek je verkoeling, dan ben je voor een frisse duik in een handomdraai op het strand van Gdańsk of het strand van badplaats Sopot.

Het Uphagenhuis betreed je met een kaartje van 16 złoty, minder dan 4 euro. Op woensdagen is de toegang tot het pand vrij. Van april tot september kun je fijn op de bankjes op de binnenplaats zitten.

Een entreekaartje voor het Stadhuis kost ook 16 złoty. In de torenspits bevindt zich een uitkijkplatform, vanwaar je een fraai panoramisch uitzicht hebt over de stad. Het platform is alleen open in de zomer (mei-september) en je hebt er een extra kaartje van 10 złoty, iets meer dan 2 euro, voor nodig. Er is een lift, maar de laatste treden naar de toren zul je zelf moeten nemen. Woensdag is de toegang vrij.

Carillonconcert

Elke zaterdagmiddag, vanaf vijf over twaalf, klinkt er vanuit de toren een carillonconcert, dat een half uur duurt. Gdańsk is in Polen de enige stad met een beiaard, een feit dat nog maar eens de innige band onderstreept tussen Gdańsk en Nederland, dat een lange carillontraditie kent.

De nieuwe exemplaren (het oude klokkenspel raakte vernield door artillerievuur) zijn uit brons gegoten door Koninklijke Eijsbouts in Asten. Familiebedrijf Eijsbouts is sowieso nauw betrokken bij de kuststad. De gieterij leverde ook de beiaard voor de Sint-Catharinakerk, en is tijdens de jaarmarkt aanwezig met een reizend carillon: 49 bellen gemonteerd op een brandweerauto.

Toegang tot het Artushof kost eveneens 16 złoty. Trek er minstens een half uur voor uit. Ook hier is ‘s woensdags de toegang vrij.

Zoals eerder vermeld maken het Uphagenhuis, Stadhuis en Artushof deel uit van het Historisch Museum van Gdańsk, dat nog meer vestigingen heeft, onder meer op het schiereiland Westerplatte, waar de Tweede Wereldoorlog begon. De prijzen zijn gelijkgeschakeld, maar in het Stadhuis krijg je de meeste waar voor je geld.

Weet waar je eet Weet waar je eet

Restaurants genoeg aan de Koninklijke Weg, maar helaas is het gros niet om over naar huis te schrijven. Voor het beste eten moet je, zoals wel vaker, in de zijstraatjes zijn.

Wil je per se een mooi uitzicht, loop dan naar het einde van de Lange Markt, richting de waterkant, waar de beste eetgelegenheden te vinden zijn.

Latajacy Holender

Vlak voor de Groene Poort zit op een eersteklas locatie een restaurant, waarvan de naam weer op de band van Gdańsk met Nederland wijst. Is een bezoek aan de Vliegende Hollander een must voor de Nederlandse reiziger of kun je er beter met een wijde boog omheen? De meningen zijn verdeeld.

Wij geven het lokaal het voordeel van de twijfel.

Het restaurant aan Gdańsks hoofdstraat serveert Heineken (gebrouwen in Polen, dat wel), maar heeft vooral ook een mooi terras op één van de meest kenmerkende plekken in de stad. In de zomer zit je daar ‘s avonds in de zon. Het eten is redelijk en voor Nederlandse begrippen alleszins betaalbaar. Zo betaal je voor een uitgebreid visgerecht minder dan 60 złoty, 14 euro. De bediening is attent en snel. (Latający Holender: Długi Targ 33-34, Gdańsk)

IJssalon Grycan

Een eindje vanaf de Gouden Poort zit in de Langstraat aan je linkerhand ijssalon Grycan. Het is misschien niet de allerbeste ijssalon in Gdańsk, maar het ijs is wel het proeven waard.

Met patisserie Blikle en chocolaterie Wedel behoort Grycan tot de oudste culinaire familiebedrijven in Polen. Van oorsprong een ijssalon, ontwikkelde Grycan zich in de loop van de jaren tot een lodziarnia-kawiarnia, ‘ijssalon-café’, met door heel Polen cafés waar je terecht kunt voor ijs, taart en koffie.

Grycan gaat al honderd jaar mee. De grootvader en vader van Zbigniew Grycan maakten zelf ijs in Buczacz, een stadje dat in die tijd bij Polen hoorde en nu in Oekraïne ligt.

Verschuivende grenzen

Vanwege de verschuivende grenzen betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog een massale, gedwongen verhuizing. De familie Grycan belandde in de West-Poolse stad Wrocław. Daar openden ze in 1946 het eerste ijssalon in het naoorlogse Polen.

Zoon Zbigniew besloot de familietraditie voort te zetten. De fijne kneepjes van het vak leerde hij in het statige Hotel Bristol in Warschau.

Met de ondernemende telg aan het roer nam het familiebedrijf een hoge vlucht: hij bedacht nieuwe ijssmaken, experimenteerde met taarten en opende tal van nieuwe locaties. Hoewel Zbigniew, inmiddels op hoge leeftijd, nog altijd de drijvende kracht is, staat de vierde generatie Grycans al klaar om het heft over te nemen.

In de ijssalon aan de Langstraat haal je ijs in meer dan honderd smaken. Probeer bijvoorbeeld de smaken sinaasappellikeur of truffelchocolade. Ook het sorbetijs is lekker. Of neem plaats in het café voor een taartje en een goede kop koffie. (Grycan: ulica Długa 73, Gdańsk)

Delen: